Neel Doff
Tekst: Marie-José Baur, 2023
De meest beroemde Buggenumse vrouw is Neel Doff, geboren in 1858 en overleden in 1942. Ze werd geboren in de Bovenstraat, nu de Holstraat. Het huisje staat er nu niet meer, het lag ongeveer tegenover de Nussestraat.
Ze was de vrouw die destijds shockeerde door openhartig te schrijven over armoede en prostitutie. Ze wilde zich niet schamen voor haar verleden, waar zij als kind geen schuld aan kon hebben.
Na haar geboorte in Buggenum verhuist het gezin vaak, krijgt meerdere kinderen en zakt steeds verder in de armoede.
Om haar broertjes en zusjes voor een hongerdood te behoeden wordt Neel door haar moeder de straat op gestuurd om als hoertje geld bijeen te brengen voor onderhoud van het gezin.
Ze weet echter uit die ellendige omstandigheden te ontsnappen. Na vele verhuizingen komt ze in België terecht, waar ze schildersmodel wordt voor Belgische kunstschilders. In die wereld ontmoet ze Fernand Brouez, de zoon van een rijke notaris, met wie ze in 1896 in het huwelijk treedt. Nadat ze weduwe wordt, trouwt ze vervolgens met een Antwerpse advocaat.
In plaats van te zwijgen over haar verleden, schrijft Neel Doff daar juist over. Ze stort haar hart uit in haar eerste boek “Jours de famine et de détresse” (Dagen van honger en ellende). Hierin vertelt ze de levensloop van een meisje dat veracht en vernederd wordt vanwege haar hopeloze armoede en hoe ze door haar moeder aangezet wordt tot prostitutie om haar jongere broertjes en zusjes te voeden. Ze breidt vervolgens haar autobiografische verhaal uit tot een trilogie die een bron wordt voor de latere film Keetje Tippel.
Het is haar gelukt, ze blijft op haar plek en ze verwerft zelfs roem. Ze becommentarieert haar werk en leven als “Grande Dame”, publiceert verhalen in Franstalige tijdschriften en vertaalt ook drie Nederlandse werken in het Frans.
In Nederland wordt wat neerbuigend gedaan over de boeken van Neel Doff. In Frankrijk en België ontvangt ze er veel lof voor. In Nederland komt ze niet los van dat verleden. Ze sleept het als het ware achter zich aan. Elk krantenartikel spreekt over de vrouw die hoer is geweest.
In België wordt ze echter in 1911 genomineerd voor de Prix Goncourt. Ze is de enige Nederlander die ooit genomineerd werd voor deze nog altijd prestigieuze Franse literatuurprijs. In december 1929 schreef Le Courier Littéraire: “Wanneer geeft men de Nobelprijs aan de nederige en geniale Neel Doff?” In 1930 huldigde België haar met de benoeming tot Officier in de kroonorde.
In twee plaatsen ter wereld wordt Neel Doff met een straat herdacht, in Genk en Buggenum. In Buggenum ging dat niet zonder slag of stoot, zeker niet in het Roomse zuiden. In Genk ging dat vernoemen veel makkelijker. Daar heeft ze de naam van de chique, eigenzinnige mevrouw, die zo treffend de armoede kan beschrijven.
Ze overlijdt op 84-jarige leeftijd in haar huis in Elsene in België.