Interview met Buggenumse ondernemer
Peter en Heleen Wijers | Zuivelboerderij Wijers en Wijs en Koffie
2 oktober 2019
Interview en foto door Yvonne van Rijswijk
Hallo Peter en Heleen, welke onderneming hebben jullie in Buggenum?
Peter: Wij, mijn vader, moeder en ik hebben een melkveebedrijf met ruim honderd melkkoeien en daarbij nog zuivelverwerking met als hoofdbezigheid het maken van ijs. Peter: ik doe voornamelijk de koeien, zeg maar voor 80%. Mijn vader Coen doet 20%, een deel zuivel en een deel klauwverzorging (het kappen van de hoeven). Ik ben niet ‘van de zuivelverwerking’. Ik hou van ijs, maar het maken ervan en het hele gebeuren eromheen is niets voor mij. De overige melk leveren wij aan Campina. Het belangrijkste voor mij is dat we een kwaliteitsproduct leveren en het productieproces zo goed mogelijk uitvoeren. Mijn moeder heeft altijd zuivelproducten gemaakt, yoghurt, kaas, ijs.
Heleen lachend: Ja, ik maak het ijs. Dat doe ik vanaf 2000. In 1990 hebben mijn man Coen en ik het bedrijf overgenomen van zijn schoonouders. Coen is in Buggenum geboren. Hij behoort tot een lange generatie Wijers die hier gewoond, gewerkt en geleefd hebben. Ik ben in 1990 hier komen wonen. Het bedrijf was destijds te klein voor ons om een echte boterham aan te verdienen. Daarom zijn we in 1991 begonnen om de melk te gaan verwerken. Hoofdzakelijk voor kaas en yoghurt en karnemelk. We leverden aan een aantal SRV-wagens. En we hadden een winkel aan huis. In 2000 ben ik ijs gaan maken op verzoek van de boerderijwinkels waar wij zuivel aan leverden. Ze zeiden regelmatig tegen ons: Kun je ook geen ijs maken? De ijssalon in Thorn werd onze eerste klant. Thorn was een grote afnemer, waardoor ijs maken winstgevend wordt. Die omvang heb je nodig. Er moet toch geld worden verdiend, simpel zat. Drie jaar geleden hoorden wij dat de eigenaresse van de ijssalon in Thorn wilde stoppen. Onze oudste dochter (Anne) heeft toen de ijssalon in Thorn overgenomen. Januari 2018 hoorden we dat de ijssalon in Heythuysen te koop was. Dat was een mooie kans voor ons. Peter kon zich dan gaan specialiseren in de koeien en mijn man en ik konden het ijs blijven doen. Onze jongste dochter Eva draait mee in Heythuysen en ze vindt dat erg leuk. Zo heeft iedereen zijn eigen ding. De ijssalon blijft de hele winter 3 dagen per week open (donderdag, vrijdag en zaterdag). Daar serveren wij dan hele bijzondere koffie specialiteiten, thee en wafels.
Met wie woon je in Buggenum, hoe ben je hier terecht gekomen?
Heleen: Coen, Peter, Eva en ik wonen hier op de boerderij. Onze kinderen Anne, Mark wonen al op zichzelf. Heleen: Coen is in Buggenum geboren. Oorspronkelijk kom ik uit Zuid Holland, ik ken Coen via school, we studeerden allebei aan de HAS (Hogere Agrarische School) in Dordrecht en woonden in hetzelfde studentenhuis in Dordrecht. Pas na onze studietijd werden Coen en ik een stel. Ik heb voordat ik naar Buggenum kwam nog enige jaren gewerkt voor landbouwvoorlichting in Utrecht. In 1990 gingen zij reorganiseren en kon je opnieuw solliciteren. Het was vroeger een overheidsdienst maar later werd het geprivatiseerd. Na mijn sollicitatie kon ik in Horst gaan werken. Dat was gunstig want dan kon ik deze kant op. In 1990 namen we dus het bedrijf van mijn schoonouders over. Tot 1993 heb ik doorgewerkt voor landbouwvoorlichting in Horst. In 1992 is Anne geboren. Ik ging op ouderschapsverlof. Daarna ben ik weer gaan werken. Toen ik in verwachting was van Peter heb ik besloten, ik stop met mijn baan. We waren toen al met de zuivel begonnen en het werd gewoon te druk.
Waarom koos je om ondernemer te worden?
Het boerenbedrijf zit al generaties in de familie, dus de voortzetting ervan is dan logisch. Heleen: Coen wilde vroeger dierenarts worden. Een broer van Coen zou eigenlijk het bedrijf overnemen. Maar door verloop van omstandigheden heeft Coen het bedrijf overgenomen. Peter: Als ondernemer kun je je stempel op je eigen bedrijf drukken, dat is heel belangrijk. Als je in loondienst bent, werk je ook hard en heb je aan het eind van de week ook wel je salaris. Maar het is toch anders als het bedrijf van jouzelf is. Dan voel je echt, het resultaat…. dat heb ik bereikt. Al het werk wat je doet, is voor en van jezelf.
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Peter: Verduurzamen en iets meer automatiseren. Onze eerste stal is 1993 gebouwd, het wordt tijd voor vernieuwing, met al dan niet meer koeien. Het gebouw moet aangepast worden, de energie moet omlaag, de kringloop van alle stoffen wil je goed op orde hebben, zodat alles gebruikt en hergebruikt wordt. Je wilt een mooie cyclus. Onze mest gaat weer op het land en houdt de grond vruchtbaar. Dat is eigenlijk al jaren zo.
Hoe bevalt het leven en werken hier?
Peter: Buggenum is heerlijk. Het is een van de fijnere dorpen, het is saamhorig, ons kent ons, iedereen helpt elkaar. Er wordt genoeg georganiseerd. En je kunt overal bij.
Heleen: Maar het is hier wel van ‘doe maar normaal’. Je moet hier niet denken als nieuweling ‘ ik zal de dorpelingen eens wat wijs maken’, of ‘ik voel me wat meer dan een ander’, nee, daar houden we hier niet van. Dan ben je zo weg (haha). Gewoon integreren en ergens bij gaan, de mensen leren kennen….
Wat is bijzonder aan Buggenum?
Peter: Er is zoveel moois. De straat uit en je zit aan de Maas. Er zijn geen winkels maar verder is er toch van alles te doen. Peter: Er zijn nu ook best veel kinderen in het dorp, dat merk ik aan het ‘kindervakantiewerk’. We hadden dit jaar groep 1 en 2 en bijna 20 kinderen deden mee. Ik ben daar voorzitter van. Totaal werken er bijna 30 vrijwilligers. We organiseren voor kinderen een week lang, leuke activiteiten in de laatste week van de zomervakantie. We gaan 5 dagen met de kinderen op pad. Ze vertrekken om 09:00 uur van huis en komen ’s avonds om 17:00 uur weer thuis. Op andere momenten gaan we een dag naar het pretpark of maken we een wandeling door het bos. We organiseren een zwemdag, knutseldag of repeteren voor optredens. Bijna alle kinderen van Buggenum doen mee, we hadden laatst een groep van 64 kinderen. Dat is toch best bijzonder. het is voor de ouders ook best fijn. Kinderen komen weer in een ritme aan het eind van de vakantie. Van vroeg opstaan en meedoen aan een programma. En de ouders? Die hebben dan nog even vrij.
Als je iets zou willen veranderen aan Buggenum, wat zou dat dan zijn?
Heleen: Helemaal niets.
Peter: Ik denk dat je het vooral moet laten zoals het is, want er verandert al veel rondom door externe factoren. De dijk wordt verhoogd, Kuipers is grind aan het afgraven, het landschap wordt anders, BASF heeft een kassencomplex geplaatst, aan de andere kant hebben we het industrieterrein. Het zijn aan de ene kant bedreigingen en het uitzicht wordt minder en de vraag is, krijgen we stankoverlast? Maar aan de andere kant schept het ook werkgelegenheid. Buggenum zoals het nu is, is gewoon goed.
Wat wil je dat er nooit veranderd aan Buggenum?
De rust, dat moet echt behouden blijven. Mensen die naar Buggenum komen om te wonen, komen voornamelijk voor de rust. De jeugd van hier wil echt wel hier blijven! Want er is genoeg te doen in Buggenum. Je kunt van mening zijn dat er te weinig aanbod is aan huizen. Maar er komen natuurlijk gaandeweg wel huizen vrij. Het is de vraag of jongeren die kunnen betalen. Maar of het nodig is om speciaal voor die groep allemaal nieuwe huizen te gaan bouwen? Ik denk dat de vraag dan scheefgroeit. Je loopt kans dat mensen uit externe dorpen naar Buggenum komen, omdat ze hier goedkoop kunnen wonen. En niet omdat ze er willen wonen. In Buggenum woon je vooral omdat je dat wil. Als je niks met Buggenum hebt, dan ga je op zoek naar in huis verderop, dan ga je naar Roermond voor een appartement of naar Haelen voor een huisje. Die mensen denken puur praktisch. Moet ik de eerst de bus nemen naar Roermond en dan met de trein. Of kan ik ’s ochtend meteen naar het station. Maar een echte Buggenummer… die blijft in Buggenum, want die houdt van Buggenum. En dat is belangrijk voor een dorp. Soms zul je misschien even moeten wachten, op het juiste huis, of (lachend)… op een hoger salaris. Maar het wachten is de moeite waard. Zeker voor een Buggenummer.
Faceboek: @zuivelboerderijwijers en @wijsenkoffie